Ecologisch denken, inclusief mensen

Op 29 februari 2020 begon voor de 9e keer de opleiding Elyseum tot ecologisch hovenier. Na elke opleidingsdag, elke twee weken, schrijf ik een kort verslag met gedachten, inzichten en praktische tips. Als je mee wil lezen kun je je aanmelden voor de mailing lijst. Het lijkt me leuk als anderen mee kunnen leren. 

Ecologisch denken, inclusief mensen

De opleiding is nog niet begonnen, maar ik neem een voorschot door wat gedachtes neer te pennen ✍, gebaseerd op de boeken die ik al las en gesprekken die ik voerder. Vandaag is 25 februari 2020.

De snelle groei van mensen leidt tot verdrukking van veel van het andere leven. Er wordt vaak gevraagd waarom dat erg is, en of het niet ook ‘de natuur is’ dat anderen uitsterven. Ik denk dat die vraag voortkomt uit een mens-centrisch wereldbeeld. Dat als we zien, en voelen, dat soorten onder ons te lijden hebben, we nog steeds voor de mens mogen kiezen. Maar dat we dan wel de complexiteit kunnen blijven zien, en misschien toch iets andere keuzes zullen maken waar meer inclusiviteit uit spreekt. 

Mensen doen het goed!

Er zijn steeds meer mensen op de wereld. Daarmee nemen mensen ook steeds meer ruimte in. Nederland is bij uitstek een druk bevolkt land. Het is ook een volledige gecultiveerd landschap, waarbij voor elk stukje land precieze plannen zijn. Dat heeft veel positieve effecten, er wordt een groot overschot aan voedsel geproduceerd op een efficiënte manier, we hebben een enorm veilige omgeving, we hebben goede gezondheidszorg en scoren goed op tevredenheids onderzoeken. 

Andere soorten dan de mens komen er vaak bekaaid van af. De ruimte voor andere soorten neemt snel af, en veel plant- en diersoorten verdwijnen uit ons land of sterven uit.

Je kan beargumenteren waarom dat op de langere termijn ook erg voor de mens is. Door verzuring, stikstof en invasieve exoten sterven veel inheemse planten uit. Zonder inheemse planten sterven veel insecten uit, zonder de insecten is er minder bestuiving en daardoor krijgen planten het nog moeilijker. Zonder bestuiving slechte landbouwopbrengsten. En zonder de insecten minder vogels. En mensen houden toch van landbouwopbrengsten? En van vogels? Een verblijf in ‘de natuur’ geeft ons rust. Het gaat stress tegen. Er komt ook technologische innovatie uit ‘afkijken van de natuur’. Er komen geneesmiddelen indirect van planten of dieren. Dat heeft allemaal baat bij meer soorten, omdat de precieze innovaties of voordelen vaak moeilijk te voorspellen zijn.

Laten we stoppen de mens centraal te stellen

Eigenlijk is het raar om te verdedigen dat je aandachtig met andere wereldbewoners om zou moeten gaan, zoals je wel aandachtig met elkaar om gaat. Het heeft denk ik te maken met een mens-centrisch wereldbeeld. Waarbij we voor lief nemen dat de mens het meest waardevol is, en alles in dienst mag staan van ons. Uit analoog hiërarchisch denken worden veel zaken gedaan die later verwerpelijk gevonden worden. De bio-industrie bijvoorbeeld kan bestaan in z’n huidige, voor veel mensen schrikwekkende vorm omdat we onszelf boven onze dieren stellen. En omdat we het goed verborgen houden, zodat het lijden zo onzichtbaar mogelijk blijft. Zo hebben groepen mensen zich ook vaak boven andere groepen mensen gesteld, met de nodige gevolgen. Wij zijn niet werkelijk meer waard dan andere groepen mensen, niet meer dan andere zoogdieren, niet meer dan schimmels en wormen en niet meer dan planten.

Waarom we ons over de mens geen zorgen hoeven te maken

Theoretisch een mooi verhaal, dat we allemaal evenveel waard zijn, maar praktisch moet je soms keuzes maken. En als je moet kiezen tussen het leven van een mens of een worm, kiezen we voor de mens. Daar hebben we geen mens-centrisch beeld voor nodig. Dat kan ook met respect voor andere soorten. Als de keuze gemaakt moet worden tussen mens, dier en plant, zal de mens voor de mens kiezen. En ik suggereer niet dat dat anders moet. Dat de mens voor zichzelf kiest in beslissingen is niet altijd ideaal, maar we hebben nu eenmaal veel invloed in de wereld, veel meer technologie en veel meer middelen dan andere soorten. We moeten onze positie in het ecologisch evenwicht ook niet onderschatten. 

Het gaat er om dat we het goede doen, en niet verblind worden door conceptuele beelden of een geloof, waar we onze slechte kant kunnen verhullen. We moeten juist weten dat we ook schade doen met de keuzes die we maken. En dan mogen we toch die keuze maken.

Ik hoop dat mensen stoppen met discussiëren over of soortenrijkdom belangrijk is, of het ‘erg is’ dat allerlei soorten uitsterven. Dat mensen meer naar hun gevoel kijken en zien dat de dood niet het gunstige pad is. En leven wel. Dat er ook veel dood en lijden bij andere soorten hangt aan ons succes. 

En in de praktijk

Het lijkt soms zo dat als je zegt dat je natuur, soortenrijkdom en ecologie belangrijk vindt, dat je automatisch ook vindt dat landbouw moet inbinden, dat de bouw moet inbinden en dat mensen offers moeten maken. Ik vind dat een vreemde tegenstelling. Ik geloof dat we alle keuzes bewuster moeten maken. Dat we de complexiteit kunnen blijven zien, en niet ons laten verleiden tot simpele regels waardoor we te makkelijke keuzes gaan maken, maar ons bewuster worden van de kosten van onze keuzes. 

Er zijn ook vaak keuzes te maken met ecologisch voordeel, zonder duidelijke kosten of nadeel. Grote gemeente perken met alleen gras, tuinen vol tegels, de keuze van soorten die mooi zijn maar hun bestuivende waarde verloren hebben of waar geen inheemse soort van wil eten. Veel keuzes zouden ook al anders worden met meer kennis of bewustzijn. 

Ik pleit dan ook voor meer ecologisch denken, natuur inclusief mensen. Niet planten centraal stellen, of dieren centraal stellen als tegenbeweging, maar het geheel blijven bekijken met meer bewustzijn.